Reconstructie van zwaard van Konning Erekle II Van Georgie

Erekle II of Irakli II (Telavi, 7 november 1720 - Telavi, 1 januari 1798) was een Georgisch koning van de Bagrationi-dynastie, die van 1744 tot 1762 heerste over het koninkrijk Kachetië en van 1762 tot 1798 over het verenigde koninkrijk  Kartli-Kachetië.

Gotscha en Dr. Mamuka Qaphianidze, conservator wapens en harnassen bij het Georgisch Nationaal Museum. Tijdens studie van Shamshir in 2008.

Wapenfeiten, maart 2010, N1

Een Auteursreplica uit het atelier van Gotscha Lagidse

Wapenfeiten 2010, N1. Door marc Marbot 

ali-xanma nadir Sahs acnoba yovelive. qudi Wers hkra sixaruliT eranis xelmwifem. me vicode da Cemma gazrdilma aseTi siamovnebisTviso da gamougzavna erekles nadirma "cxeni oqrosa aRkazmulobiTa da xrmali mZimed moWedili. (1)

De  Shamshir van de Georgische Koning Erekle II, magie van een zwaardsmid uit het rijk van duizend en één nacht

Een zweetdruppel valt omlaag en spat uiteen op een onbewerkt stuk metaal, de concentratie op zijn gezicht is bijna voelbaar. Enkel kleine hoorbare tikken van een fijn instrument aan een fabelachtig object verraden dat een meesterwerk in zijn afrondende fase is beland. Het zwaard van Koning Erekle II is bijna weer tot leven gekomen! Gotscha Lagidse, een wapensmid begiftigd met de kennis en de precieze techniek uit vervlogen dagen zal de grote koning van zijn voorvaderen eren met het gereedkomen van dit project.

Al in zijn jeugd was hij betoverd door de magie waarmee het zwaard van Erekle II de ruimte vulde. Hij zou nog vaak terugkeren in de prominente zaal van het Nationaal museum van Tbilisi, waar het zwaard wordt gepresenteerd in een vitrine. Elk detail probeert hij vol verbazing in zich op te nemen. Later nam hij zich voor dat als ooit de tijd zich voordeed en hij onderlegd was in de juiste technieken voor het maken van zo’n pronkstuk, hij een duplicaat zou laten herrijzen als teken van eerbied voor de geschiedenis van zijn land. Deze Shamshir (2), zoals dit type zwaard ook wel wordt genoemd, wordt gezien als hét symbool van Georgische onverzettelijkheid.....!

Een stukje geschiedenis……

Erekle II, Koning van Kartli-Kakheti

Erekle II ( 1720–1798 ) was Koning van Kakheti van 1744 tot 1762 en tot zijn dood van Kartli-Kakheti. Hij was één van de meest belangrijke personen uit het 18e eeuwse Georgië. Geboren uit de tak van de Kakhetian van de Bagration dynastie, bracht Erekle zijn vroege jaren door in dienst van Nadir Khan (de grote Perzische veldheer, later Nadir Shah genaamd (1688-1747). Deze herstelde de Perzische overheersing in oostelijk Georgië in de 1734 en 1735.

Nadir benoemde Erekle’s vader, Koning Teimuraz II, als onderkoning van Kakheti terwijl een Perzische gouverneur het naburige Kartli controleerde.

Ondanks weerstand van verscheidende Georgische edelen bleven Teimuraz en Erekle trouw aan Nadir Shah, die in 1737 Shah wordt. Ze deden dit om hun macht te stabiliseren en hun land op te bouwen. Erekle verwierf een grote reputatie als militair aanvoerder van de Georgische troepen in Nadir Shah’s veldtochten in India (1737–1740 ) waarbij hij zichzelf o.a. onderscheidde tijdens de aanval op Deli. Als dank zond Nadir Shah aan Erekle een prachtig paard opgetuigd met gouden teugels en een fijn bewerkt zwaard uitgevoerd met gouden teksten op de kling. Erekle en Teimuraz ondersteunde Nadir Shah ook in het onderdrukken van de  rebellerende Georgische edelen en als beloning verleende de Shah het gebied Kartli aan Teimuraz en Kakheti aan Erekle.

 

Na de moord op Nadir Shah in 1747 haalde Erekle voordeel uit de politieke instabiliteit in Perzië om zijn onafhankelijkheid te bewerkstelligen en sloot een alliantie met de Khans van Azerbeidjaan tegen de Perzen. In 1749 dreef Erekle de laatste Perzische troepen uit Kartli en na de dood van zijn vader in 1762 werd Erekle de heerser van het Verenigd Koninkrijk van Kartli-Kakheti.

Hij voerde met succes door zuidoostelijk Kaukasus een veldtocht waar hij een tijdelijke Georgische hegemonie over diverse Moslimprinsdommen vestigde. In 1751 verpletterde hij Azat Khan van Adarbadagan, die aanspraak wilde maken op de Perzische troon in een beslissende veldslag bij Kirbulakh (Armenië) en nam hem gevangen in 1760.

Koning Erekle vocht ook een serie van veldslagen tegen zijn aartsvijand, Açi Chalabi, Khan van Saki-Shirvan. Die versloeg de Georgiërs te Ganja in 1752 maar werd later dat jaar verpletterd.

Ondertussen was Erekle ook nog bezig met een uitputtingsoorlog met de Dagestanen die met gestage invallen Oostelijk Georgië verwoestten. In 1754-1755 versloeg hij hen bij Mchadijvari en Kvareli.

In 1758 probeerde met de andere Georgische prinsdommen om zich te verenigingen en besprak een militaire alliantie met Koning Solomon van Imereti.

 

Erekle voerde belangrijke hervormingen door op het gebied van modernisering van het leger, beleid, onderwijs, en economie en tevens beperkte hij de bevoegdheden van de feodale aristocratie.

In 1765 onderdrukte hij de opstand van Prins Paata en elimineerde wreed de rebellenleiders. Met het streven naar actieve hulp van Rusland, dat een Christelijke natie was, tegen buitenlandse bedreigingen hoopte hij eventueel een verbinding te bewerkstelligen met Europa. Wat in zijn ogen essentieel was.

In 1752 zond hij een opdracht naar Sint-Petersburg met het verzoek voor hulp in de vorm van troepen of financiële subsidie, maar de Russen negeerden dit verzoek. Ze waren volledig in beslag genomen door de Europese ontwikkelingen.

Ondanks de steun van Erekle aan Rusland in de Russische –Turkse Oorlog van 1768–1774 bleef Rusland aarzelen om een nieuwe alliantie aan te gaan en behandelde Georgië als een secundair theater van militaire acties.

Uiteindelijk verkreeg hij alsnog de waarborgen van Rusland toen hij en Catherina II het verdrag van Georgievsk ondertekende in 1783.

Het verdrag zette Kartli-Kakheti om in een Russische protectoraat en dwong daarmee Russische bescherming af tegen welke buitenlandse bedreiging dan ook. Echter, Rusland faalde om haar verantwoordelijkheden na te komen en gedurende de nieuwe Russische – Turkse oorlog van 1787–1792 evacueerde Rusland zijn troepen uit Kartli-Kakheti en liet Erekle alleen in zijn strijd tegen de Perzen.

Agha Muhammed Khan van Perzïe was vastbesloten om Perzische controle over oostelijk Georgië te herstellen en eiste van Erekle afstand te doen van zijn alliantie met Rusland en Perzisch opperleenheerschap te erkennen.

Toen Erekle dit weigerde viel Agha Muhammed Khan Kartli-Kakheti binnen, versloeg Erekle in een beslissende slag en veroverde Tbilisi in 1795.

Russische troepen in 1796 arriveerde te laat om enige hulp nog te bieden en ook de dood van keizerin Chaterina bracht grote veranderingen met zich mee doordat haar opvolger Paul I zijn troepen terugtrok uit oostelijk Georgië. Ondanks het uitblijven van die steun bleef Erekle geloven dat alleen een Russische bescherming hem kon verzekeren van het bestaan van zijn land.

Zijn vroege dood in 1798 was een gewichtige gebeurtenis in de Georgische geschiedenis. Het land verloor met Erkele een bekwame en ervaren leider en bevond zich te midden van een dynastieke crisis waarin verschillende leden van het Koninklijke huis de macht probeerden te grijpen.

De zoektocht naar Russische hulp zou uiteindelijk grote gevolgen hebben voor de Georgische prinsdommen welke uiteindelijk in 1801 geannexeerd werden door Rusland en de daaropvolgende 190 jaren onder Russische beleid zouden vallen…

 

De ziel van de strijder….zijn zwaard...

 

De naam shamshir komen we voor het eerst tegen tijdens de Samanid Dynastie (819–999 na Christus) en was bij uitstek een slagwapen. De  slagkracht van de Shamshir was vooral geconcentreerd op het onderste kwart van de kling vanaf de punt, waarna het lemmet werd teruggetrokken, wat verschrikkelijke verwondingen achterliet. Er werd veelvuldig op hoge snelheid geoefend te paard, waarbij bv. kleine objecten doormidden werden gekliefd. De klassieke Iranese shamshir had een wigvormige kling en geen bloedgeul(en). De greep had een kruisvormige pareerstang en een eenvoudige greep die aan het einde krom afliep.

Tijdens de Perzische overheersing was de shamshir het belangrijkste wapen van de krijger.

 

Wat vooraf ging…

In 2008 was Gotscha Lagidse aanwezig als deelnemer te Tbilisi bij een groepsexpositie in galerie ”Kharvasla”, dat deel uitmaakte van het internationaal festival "Cveneburebi" en in het teken stond van het jubileum van Patriarch Ilia II van Georgïe. Hierbij had hij een afspraak in het Nationaal museum met de conservator metaal erfgoed (historische blanke wapens, harnassen) Dr. Mamuka Qapiandze.

Gedurende het gesprek kwam natuurlijk het zwaard van Koning Erekle II ( inv.nr  40-26/258) ter sprake. Lagidse’s vakmanschap kennende werd hem de vraag gesteld of hij in staat was een auteursreplica van dit belangrijke stuk te maken, Wat een grote eer om zo’n voorstel te krijgen!  Een jeugddroom die uiteindelijk werkelijkheid zou worden, Gotscha’s antwoord was natuurlijk een volmondig ja. Alle puzzelstukjes vielen op zijn plaats.

 

De volgende dag al reeds begon stap 1 van dit project, de research. Het zwaard moest in kaart gebracht worden. De juiste afmetingen, het materiaal bekeken worden en  bovenal moest er eerst een officieel verzoek ingediend worden bij de directeur van het Nationaal museum dr. Prof. David Lordkiphanidze om het zwaard uit zijn vitrine te mogen halen en te bestuderen.

Nadat er een goedkeuring volgde, werd het zwaard tot in de kleinste details bestudeerd, alle formaten opgeschreven en de juiste gewichtsmaten vastgesteld. Dit alles onder begeleiding van dr. Mamuka Qapiandze.

 

Na deze voorbereidende periode werd weer terug in Nederland onder andere met een goudsmid en graveur overlegd en werd er weer een vervolgafspraak gepland om terug te gaan naar Georgië. Deze keer voor een uitwisselingsproject om de kennis op het gebied van restauraties van antieke wapens voor het Nationaal museum te delen. Tijdens dit 3 maanden durende project werden een aantal belangrijke antieke wapens van het museum gerestaureerd en geconserveerd door Gotscha. Onder deze wapens de shamshir van Koning Erekle II, wat ook een uitgelezen moment was om nogmaals het zwaard te bestuderen. Tientallen jaren lang was het namelijk onmogelijk om de shamshir volledig terug te plaatsen in zijn schede.

Na intensief onderzoek werd duidelijk dat de ijzeren onderband bij de aansluiting met de houten schedevoering niet onder maar boven het leder moest hebben gezeten van origine. Doordat deze jarenlang verkeerd gezeten had was er roestvorming ontstaan en de afzetting daarvan belette de punt van het zwaard om volledig naar binnen te glijden. Tijdens deze restauratieperiode werd deze onderband authentiek terug geplaatst zodat deze weer historisch verantwoord op juiste plek zat en  werd alle roestvorming vakkundig verwijderd. Voor het eerst sinds decennia was het weer mogelijk het zwaard volledig in zijn schede te laten verdwijnen. (3)

Twee jaar van intensieve arbeid, onderzoek en overleg heeft het geduurd voordat recentelijk het  project in zijn afrondende fase terecht gekomen was. Met de hulp van de twee specialisten op het gebied van graveren en damast structuur kan Atelier Gotscha nu begin 2010 trots het eindresultaat presenteren! Gotscha’s jeugddroom is in vervulling gegaan!

 

Erekle’s zwaard…

De shamshir van Erekle heeft een merkwaardige geschiedenis achter de rug. Het wapen is afkomstig uit het voormalige Perzië (het hedendaagse Iran). Het bezit een kling gemaakt van zgn. damast staal (4) die ouder gedateerd wordt dan de overige zwaardonderdelen. De kling is afkomstig uit de regeerperiode van Shah Abass I (1587 – 1629) en vermoedelijk later hergebruikt voor dit beroemde zwaard. De periodes van herkomst van dit zwaard zijn de Safavidische (kling) en de nieuwe montering stamt uit de Afshar periode (Afshar  was de achternaam van Nader Shah).

Dit is vast gesteld omdat de makers hun naam hebben achtergelaten op de verscheidende onderdelen van het zwaard waaronder op de kling in de vorm van een verguld cartouche ( 5).

De auteursreplica…

De Kling

De kling van de replica is gemaakt van damast staal, 50 % XBT en gecombineerd met 50 % CT45T  (Russische begrippen) en valt qua uitvoering in groep 3. ( zie hieronder) Het heeft een hardheid van ong. 56 HRC (schaal van rockwell) en bestaat uit ca 70.000 kristallen.

Gedurende het midden van de 19e eeuw werd er een moderne classificatie gegeven aan verschillende types van damascus staal. De classificatie werd gedaan op basis van patroon en kleur. Volgens de onderzoekers zie (6*) waren er wel tien verschillende soorten van damast staal maar werden ze uiteindelijk globaal onderverdeeld in 3 groepen.

1)     Woodgrain ( wootz) ( houtnerf) damast. Zoals de vertaling al zegt, de structuur lijkt op een houtnerf. Deze wordt ook weer onderverdeeld in Kara Khorasan en Kara Taban (fijner van lijn en kleur).

2)     Stripped damast, deze typeert zich in golflijnen in de lengte van de kling. Ook bekend als Sham en is afkomstig uit Damascus.

3)     Ladder damast, ook wel genaamd, Kirk ner deban of kirk nardeban, wat betekend 40 stappen. Het karakteriserende van dit soort damast is dat je zichtbaar een aantal strepen ziet dwars op de kling die op een gelijke afstand van elkaar liggen, een soort van ladder patroon. Dit kan variëren van 20 tot 50 stappen. De 40-stappen ladder wordt ook wel de 40 stappen van Mohammed genoemd.

Iedere damast kling heeft zijn eigen identiteit en is uniek met zijn patroon. Het is onmogelijk om een exacte kopie van de kling te maken. Vandaar ook dat de damast van de replica iets afwijkt van het origineel. De “40-stappen van Mohammed” zijn duidelijk zichtbaar op de kling van de auteursreplica.

De graveringen

De Graveringen zijn in het metaal gestoken en ingelegd met 24 karate goud. Het was nog niet zo gemakkelijk om de tekst op Erekle’s zwaard te ontcijferen maar met behulp van een paar specialisten werd deze ontcijferd. In de lange cartouche staat geschreven:

“Bändé-ye xwod-ra Shäh-e vala-seresht - Kälb-Äli Khan mosaheb nevesht”.

Vrij vertaald betekent dit:

“Zijne majesteit de hoogwaardige koning, heeft zijn onderdaan “Kalb-Ali Khan” een vertrouweling genoemd.” ( 7)

Naast de langwerpige gravering is er een vierkant gegraveerd, onderverdeeld in vier vakken. Deze  “gelukstalisman” werd de Bedouh of Badouh genoemd. De talisman moest gelukt brengen aan de drager van het zwaard. De vier symbolen in de vakken symboliseren dit geluk.

De derde cartouche verwijst alweer naar Kalb Ali en meldt ons:

”Het werk van Kalb Ali, zoon van Aassadolah ( assad Ulah) uit Isfahan.”

“Amal-e Kalbeali ben Assadollah Isfahani.”

Ook op de replica is net zoals bij het origineel gewerkt met fijn goud voor de inleg van deze graveringen. Afwijkend met het origineel is dat Gotscha Lagidse zijn eigen keurmerk heeft aangebracht vlakbij de klinghiel alsmede die van twee “onderleveranciers”.

De greep en schedehangers

Het materiaal gebruikt voor de pareerstang, pommel, en schedehangers is staal (C45). Deze zijn uit één stuk vervaardigd. De stalen onderband is gemaakt op een mal en bestaat uit twee delen. De graveringen op de pareerstang en schedehangers zijn uitgediept) en ingelegd met 24 karaat goud waarna ze hoogglans gebruind zijn.

De ivoren greep is gemaakt van een slagtand van een walrus  en de rug en maag van de greep zijn vervaardigd van fijn goud (in het totaal 14 gram ).

Aan de onderkant van de pareerstang is, net zoals op de kling, ook een tekst aangebracht. Zo lezen we:

“A-maile kamtarin qolaman Abolgassem (Abo Qasm) zarneshangar.”

Wat vertaald neerkomt op:

“Dit is het werk van Uw nederige onderdaan ( knecht, ambtenaar) Abolgassem, goud bewerker.” (goud inlegger)

In het centrum van de pareerstang zien we aan beide kanten een gezicht in reliëf gestoken. Vermoedelijk van de jonge Nader Shah. Ook aan de onderkant van de pommel komt deze terug.

De schede

De schede is gemaakt van twee delen magnolia hout aan elkaar gelijmd en overtrokken met zwarte sagrijn leder (chagrin). Dit leder is aan de binnenkant aan elkaar gestikt, omgedraaid en nat over de houten schede getrokken. Er zijn ornamenten aangebracht op de houten schenen van 0,5 mm messing draad. Dit patroon is zichtbaar in het leder. Deze messing draden zijn met zilversoldeer aan elkaar bevestigd en behandeld met speciale lak voor het tegengaan van mogelijke latere oxidatie.

De stalen hangers laten ons onder andere de afbeeldingen zien van Nader Shah met de voor hem zo typerende koningskroon.

De bestemming…

Omdat op dit moment het Nationaal Museum in Tbilisi gesloten is in verband met een omvangrijke reorganisatie en verbouwing ligt de toekomst voorlopig nog in het ongewisse voor de auteursreplica. Wanneer de werkzaamheden in het Nationaal Museum voltooid zijn en het zijn deuren weer zal openen zal het zeker in een expositie te bezichtigen zijn. Of het voorgoed daar zal blijven zal de toekomst uitwijzen… misschien dat er ook dan onder de nieuwe generaties opnieuw een talentvol wapensmid op zal staan die geïnspireerd zal worden door dit fabelachtige zwaard en op zoek zal gaan naar de geschiedenis van zijn illustere voorgangers…

Met dank aan Gotscha Lagidse, metaalkunstenaar pur sang!

Voor meer informatie of opmerkingen kunt U mailen naar: marbot@home.nl of kijken op de website van Atelier Gotscha www.gotscha.nl .

 

Gebruikte bronnen:

-       Levan Sanikidze -  “Schedelosse Zwaarden”, boek IV, pagina 298.

-       Michael Axworthy -  The Sword of Persia, Nader Shah ( from Tribal Warrior to conquering Tyrant. ( ISBN 13:9781850437062).

-       Manouchehr Moshtagh Khorasani – Arms and Armor from Iran , the bronze Age to the End of the Qajar Period. (ISBN-10 3-92942-22-1).

-       Jan Piet Puype & Piet de Gryse – Viertalig lexicon van de gevestwapens. ( ISBN-10: 3-00-019259-X).

Voetnoten:

(1) ..En als dank stuurde Nader Shah  naar Prins Erekle een koninklijk geschenk, “Een paard omhangen met gouden tuig en een prachtig bewerkt zwaard. “Levan Sanikidze, - Schedelosse Zwaarden, boek IV, pagina 298

(2)  Shamshir is de Perzische benaming voor zwaard. Vrij vertaald betekent het  “staart van de leeuw”. ( Sham – shir ). In Europa wordt het ook wel een sabel genoemd omdat het een eensnijdende kling bezit. Een sabel is een “lang gevestwapen met eensnijdende kling” . Zie voor een volledige beschrijving “  viertalig Lexicon van gevestwapens “ -  J.P Puype & P. De Gryse. – Het begrip” zwaard” kan verwarrend zijn omdat het technisch gezien wordt als een blank wapen met als kenmerk meestal een rechte en tweesnijdende kling met een symmetrisch gevest in de vorm van een Latijns kruis. Maar het wordt in de volksmond veelal als verzamelnaam gebruikt voor een lang (recht) steekwapen. Van oorsprong werd de benaming van shamshir ook gebruikt in het midden Oosten voor een zwaard met rechte kling.

(3)  Voor een volledig verslag van deze workshop in het Nationaal museum van Tbilisi kunt U kijken op de website van Atelier Gotscha. www.gotscha.nl. Op de site is ook te zien welke andere wapens behandeld zijn tijdens deze periode.

(4) Bij damasten als smeedproces wordt metaal verhit, dubbelgeslagen en weer verhit en dit vele keren. Hierdoor is het eindresultaat opgebouwd uit vele laagjes. Dit vormt een soepele en zeer sterke metaalsoort.

(5) Een cartouche is een omlijst schild, meestal met een opschrift of heraldisch motief. In dit geval verwijst het naar de kaders aangebracht in verguldsel op de kling.

(6)  door A.D Anosov, Zeller and Rohrer.

(7) Kalb Ali en zijn vader Assaduah waren beroemde zwaardmakers gedurende het einde van de 16e en begin 17e eeuw. Later werden zelfs deze namen als “kwaliteitsmerknaam” gebruikt voor klingen om zo de kwaliteit aan te duiden.

(8) POB ( point of balance) Dit is het punt waar de balans van het zwaard ligt, om dit te meten zou men het zwaard op één vinger moeten leggen, op het punt waar het zwaard zijn balans vindt zou men een meting moeten starten tot aan de handgreep.

(9) COP, (centre of percussion) Dit is het punt waar het zwaard zijn grootste slagkracht heeft. Om dit te meten zou men het zwaard in de rechterhand moeten nemen om vervolgens met de palm van de linkerhand tegen de rechterhand te slaan welke het zwaard vasthoud. Kijk nu zorgvuldig naar de kling, de COP is de plek of centrum waar de kling de minste vibratie heeft.

 

Terug