Abjari

"Werk van Gotscha Lagidse behoort tot de hoogste professionele standaard. We hebben zijn werken kritisch beoordeeld en op basis van bevindingen heeft het Legermuseum in 1997 besloten, om hem de opdracht toe te vertrouwen om een replica te maken van het harnas van prins Maurits van Nassau, naar het origineel, dat wordt bewaard in de Hofjagd- und Rüstkammer des Kunsthistorischen Museums in de Hofburg te Wenen in Oostenrijk. Dit replica is in 1999 overgedragen aan het Legermuseum. Het replica harnas voldeed aan alle verwachtingen. Het is niet alleen precies gelijk tot in details zoals het origineel in Wenen, maar omdat is besloten het niet kunstmatig te verouderen, ziet het er nog mooier uit. Met zijn diep geblauwd oppervlak contrasteert met vergulde klinknagels, sloten, haken en gespen. In feite ziet het er oorspronkelijk genoeg uit om de beschouwer er van te overtuigen hoe een harnas van een persoon met eminente status er in die tijd uitzag. Het harnas werd eerder getoond aan verschillende geïnteresseerde partijen en specialisten, en hun oordeel was heel gunstig. Men moet het in werkelijkheid kunnen zien om het op uitvoering en schoonheid te kunnen waarderen. Zelfs een leek ziet niet alleen de hoge kwaliteit, maar ook de cultuurhistorische waarde van Gotscha's vakmanschap. Het vakmanschap van Gotscha is haast uniek in Europa. Een fantastische vent ook. Bij mijn weten zijn nog slechts twee personen werkzaam in verschillende landen, die in hun mogelijkheden en kwaliteit van hun werk zijn te vergelijken met die van Gotscha.

Een harnassmid moet behalve een hoog gekwalificeerd ambachtsman te zijn nog veel meer kwaliteiten hebben. Hij moet zeer goed ingevoerd zijn in de harnasstijlen van weleer en een zeer grote kennis hebben van de versieringskunst, die in de door harnassen bestreken tijdsperken der gotiek, de renaissance en de barok totaal verschillend zijn. Gotscha heeft naar mijn volle overtuiging bewezen, dat hij niet alleen deze vaardigheden en kennis heeft, maar ook inlevingsvermogen in die stijlen alsmede het benodigde vormgevoel.  Ik wil best toegeven dat deze beide wezenlijke elementen naast het ambachtelijke niveau, ook gelden voor zogenaamde kunstsmeden, zoals die in Nederland bestaan voor restauratiewerk, kerkelijk smeedwerk en dergelijke, maar zelfs dat is niet voldoende om iemand tot een goed harnassmid te bestempelen. Hij moet namelijk een zeer grote anatomische kennis van het menselijk lichaam bezitten om een harnas in de juiste vormen en proporties te kunnen samenstellen, iets wat bijvoorbeeld een beeldhouwer ook moet hebben. Echter, de harnassmid moet zelfs meer dan de beeldhouwer weten, omdat hij ook nog de menselijke dynamiek moet kennen. Het harnas moet namelijk zó gemaakt worden dat het ook gedragen kan worden. Met andere woorden: bewegingen van afzonderlijke onderdelen moeten mogelijk zijn. Bij het maken van een product, waarbij behalve op het ambachtelijk vlak de kennis op diverse terreinen, zo vaak een kennelijk beroep moet worden gedaan op het interpretatieve vermogen van de vakman, is de kwalificatie kunstenaar respectievelijk kunstwerk volkomen terecht.

Mij dunkt, dat juist wij musea als opdrachtgevers en cultuurhistorische stakeholders de plicht hebben om aan onze autoriteiten te wijzen op wat werkelijke kwaliteit inhoudt en dat de uitvoering van dergelijke opdrachten alleen maar gunstig kan uitwerken op het imago van onze instituten en op dat van het cultuurhistorisch handelen van dezelfde autoriteiten."

Jan Piet Puype

Hoofdconservator  van het  Koninklijk Nederlands Leger- en Wapenmuseum

 

"Gotscha is geboren en opgegroeid in Georgië. Dit zonnige land, herbergt een rijkdom aan een zeer oude cultuur en mythologie en is bekend om zijn speciale leefwijze en bestaande oude tradities. Door archeologen zijn specifieke Georgische wapenuitrustingen gevonden vanaf de achtste eeuw voor Christus. De Griekse historicus Heradotos maakt al in de vijfde eeuw voor Christus melding over de tradities en kunst wan wapensmeden in Georgië. Georgiërs zien het harnas niet enkel als een middel tot fysieke verdediging maar het symboliseert ook hun spirituele kracht. Dat kan een van de redenen zijn waarom soms het harnas en/of wapenuitrusting aan Christelijke kerken werd geschonken. Eén van de attributen van een Georgische wapenuitrusting is het maliënkolder, wat is gemaakt door ringen aan elkaar te sluiten".

Zura Kalanda (Kalandadze), kunstenaar

 

Schild "Ubis Phari". IJser en leer

 

Vorige I Harnassen Volgende